Algemeen

 

Wytgaard is een streekdorp aan de Hegedyk, de oude dijk van de Middelzee. Het is na de Hervorming in de loop van de 17de eeuw geleidelijk tot nederzetting gegroeid, als enclave van mensen uit de omgeving die het oude roomse geloof trouw waren gebleven. Wytgaard was oorspronkelijk een buurschap van Wirdum, het belangrijkste dorp uit het zuidelijk gedeelte van de grietenij Leeuwarderadeel. In de Tegenwoordige Staat van Friesland uit 1786 wordt het als volgt beschreven: ‘De buurte Wytgaard, behoorende onder de Parochie van Wirdum, is een aanmerkelyke dubbele regel huizen, gelegen aan de breeden rydweg naar Leeuwarden, weleer de oostelyke zeedyk der Middelzee.
Deze dubbele buurt aan de weg die in 1827 tot rijksstraatweg werd verbeterd, bestaat nog steeds als kern van het dorp. Dan staat er vanouds nog enige bebouwing aan de Púndyk, de oude weg richting Wirdum.

Even ten noorden van de kruising werd in 1870 een neogotische kerk gebouwd, de Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming, ontworpen door de belangrijkste architect van deze karakteristieke triomfalistische rooms-katholieke stijl: Petrus Cuypers. In de periode van algemene vernieuwing is de monumentale kerk gesloopt (1966). Ten westen van de streek werd een moderne, blokvormige kerk met een torenpiloon neergezet en daar kwam in het Nieuwland rondom het grasplein van de nieuwe kerk woningbouw tot stand. Aan die zijde zijn in de afgelopen tientallen jaren nog enkele nieuwe straten met huizen ontwikkeld. Wytgaard is een streekdorp met een nieuwbouwwijk.

In de onmiddellijke omgeving van het dorp zijn een paar monumentale boerderijen te vinden. Een jonge, een stelp uit 1923, is in een expressionistische art déco-stijl gebouwd tussen de zuidzijde van het dorp en de buurt Baardeburen. Verder wordt het dorp omringd door fraaie boerderijen. Aan de Fopma’s Reed een kop-hals-rompboerderij met een voorhuis uit 1760. Aan de Hegedyk eenzelfde type uit ongeveer 1840 en aan de Brédyk een stelpboerderij uit omstreeks 1830 met een gestukadoord front: Oenemastate. Is Wytgaard oorspronkelijk een buurt van Wirdum, zuidelijk heeft het dorp zelf ook een buurschap: Baardeburen.

Uit: Open monumenten ten zuiden van Leeuwarden

Auteur: Henk Nota  (1989)

 

Wytgaard, liggend aan en op de oude Middelzeedijk, behoorde vanouds bij het dorp Wirdum. De geschiedenis van Wytgaard loopt vanwege deze verbintenis met Wirdum grotendeels parallel met die van het buurdorp. Alleen op godsdienstig gebied verschillen de beide dorpen wezenlijk van elkaar: Wirdum is een protestants dorp en Wytgaard een oude rooms-katholieke enclave.

Wytgaard dankt in feite haar rooms-katholieke parochie aan Wirdum. Gaan we terug tot 1580, het jaar van de Reformatie en de beeldenstormen. De oude parochiekerk in Wirdum viel als een der eersten in handen van de protestanten en het oude rooms-katholieke geloof werd overal verboden. De laatste pastoor van Wirdum, Johannes Popkesz., werd in 1580 verbannen omdat hij niet tot de nieuwe leer overging.

Van 1580 tot 1593 verkeerde de oude godsdienst in Friesland in een desolate toestand. Er waren nauwelijks meer trouwe priesters te vinden en die er nog waren, hielden zich schuil. Omstreeks 1592 kwamen er vanuit de zuidelijker Nederlanden paters Jezuïeten werken. Zij trokken van plaats naar plaats en bedienden heimelijk de weinig overgebleven rooms-katholieke gelovigen. Oenemastate benoorden Wytgaard was een van die plaatsen; de invloedrijke familie Cammingha, die het slot bewoonde, was na de Reformatie het katholieke geloof trouw gebleven. De zo ernstig vervolgde priesters en zendelingen vonden op de state een goed en welkom thuis en hadden voor hun diensten zelfs een huiskapel ter beschikking. Het is dan ook zeker dat de nieuwe rooms-katholieke statie (later parochie) op Oenemastate haar oorsprong heeft gevonden.

In 1609 vestigde zich hier pater Arnoldus Cathuis (Cathz.), geboren te Leeuwarden op 21 december 1576. Hij was van voorname komaf: zijn vader was burgemeester van Leeuwarden. Pater Cathz. wordt algemeen beschouwd als de grondlegger van de statie Wytgaard (1631). Naar hem is in het dorp een straat vernoemd.

De voorspraak en invloed van de in 1719 nog steeds oprecht katholieke Cammingha’s was krachtig genoeg om voor pater Aloysius Byrza toestemming te verwerven tot het oprichten van een gebouw, dat er van buiten als een pakhuis uitzag, een zogenaamde schuilkerk. De eerste steen voor dit gebouw werd in 1719 gelegd door Doeke Jans (Roorda), paardenkoper van beroep. De schuilkerk stond aan de Púndyk naar Wirdum, achter de plaats van de huidige kloostermuur. De latere eigenaar van Oenemastate, Reinier baron van Middachten, liet in 1833 op de schuilkerk een koepel bouwen met daarin een klok van 95 oude ponden. Dat was hoogst opmerkelijk en zeer vererend, de eerste metalen stem in Friesland in een katholieke kerk sinds de onlusten der zestiende eeuw.

Na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie (1853) werd het katholieke kerkhof aangelegd (1859) en in 1872 de nieuwe "Cuyperskerk" gebouwd. Voordat in 1921 een eigen katholieke school werd opgericht, gingen de kinderen naar de uit 1863 daterende openbare lagere school die nog steeds, zij het zwaar verbouwd, met haar rondboogtraveeën het dorp markeert. De katholieke Sint Gerhardusschool aan de Buorren is in 1981 verlaten. Kinderen en onderwijzend personeel namen hun intrek in de nieuwe "Teake Jan Roordaskoalle" aan de Tjissema. De eerste naoorlogse nieuwbouw van het dorp is in 1964 tot stand gekomen.