Oenemastate

 

De geschiedenis van Oenemastate is boeiend, doch ingewikkeld. Er zijn namelijk twee states (of stinsen) geweest. Groot Oenema werd ook wel Camminghastate genoemd. Deze state, het slot met de daarbij behorende gebouwen, stond het noordelijkst en lag aan de oude Middelzeedijk, thans de Brédyk. Eertijds markeerde een poort de toegangsweg, waarvoor een ophaalbrug lag – het slot was omgeven door een brede grachtensingel. Het is een groot slot geweest met twee vleugels, een menigte grote kamers en een huiskapel. In 1436 – het slot is dan vermoedelijk al zeer oud – woonde er ene Wytze Oenema met zijn vrouw His Sjaerdema. Zij hadden vier kinderen, namelijk Feijcke, Oene, Wick en Tieth. Ongetwijfeld is de naam van het slot afkomstig van deze familie.

Oene Oenema verloor het leven in 1463 nabij Irnsum in de zogenaamde Donia-oorlog, de strijd tussen de Schieringers en Vetkopers. Oene’s zus Wick trouwde met Watzes Abbes Dekema. Hun nazaten (de Cammingha’s) hebben steeds op de state gewoond. De tweede zuster, Tieth, huwde Jelger Feytsma thoe Jelgersma. Dit echtpaar en hun kinderen bewoonden de zuidelijke state, die we als Oud- of Kleine Oenemastate kennen.

 

De beroemde generaal Wytze Watze van Cammingha woonde in 1584 op de noordelijke state.
In 1821 zijn de poort en een groot gedeelte van de state afgebroken.
Het resterende bezit was na 1821 in handen van Tjalling Minne van Asbeck, de schoonvader van Reinier baron van Middachten.
Het restant van het eens zo roemrijke slot van de Oenema’s en de Cammingha’s is in 1920 gesloopt, de grachten zijn toen gedempt en het land behoorde vanaf dat moment bij de zuidelijke state.

De zuidelijke state werd in 1700 bewoond door kolonel Koenraet van Unckel, nazaat van de Cammingha’s. In 1755 stond Oud- of Klein Oenemastate te koop en is een groot gedeelte afgebroken. Het is aannemelijk dat een lid van de familie van Middachten toen op deze plek een nieuwe boeren- of herenhuizinge heeft laten bouwen. Op 15 november 1844 brak er brand uit op Oenemastate. De verwoeste opstallen waren dubbel verzekerd, bij de toenmalige verzekeringmaatschappij O.B.A.S. en Woudsend, en dat betekende “niet verzekerd”. Jarenlang heeft het terrein een troosteloze aanblik gegeven, omdat de verzekeringmaatschappijen in een juridisch gevecht waren verwikkeld.

 

Pas in 1848 is de statige huizinge gesloopt. Op dezelfde plaats verrees een nieuwe stelpboerderij, die in 1908 is aangekocht door Sjerp IJsselstein. De familie IJsselstein heeft de boerderij tot 1982 bewoond. Er werd toen al jaren geen boerenbedrijf meer uitgeoefend. Daarna is het gebouw verkocht aan de familie Jakobs, die het exterieur heeft laten restaureren. De huidige Oenemastate, haar oude, nog zichtbare en opnieuw beplante singels en grachten, en de prachtige tuinen zijn restanten van een glorieus verleden.


(auteur: Henk Nota)  Uit: Open Monumenten ten zuiden van Leeuwarden. Ljouwert, 1989