Cuyperskerk

 

Het dorpje Wijtgaard, enkele kilometers ten zuiden van Leeuwarden, is sinds de reformatie altijd een katholieke enclave gebleven. Gedurende die tijd maakte de katholieke bevolking gebruik van een schuilkerk. Kort na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie (1853) ontstonden plannen voor de bouw van een nieuwe, grote kerk; deze werd ontworpen door dr. P.J.H. Cuypers (1827-1921) uit Roermond. Het werd de derde van de in totaal zeven kerken die Cuypers in Friesland bouwde. De consecratie door Mgr. Schaepman, aartsbisschop van Utrecht, vond in 1872 plaats.

Het was een éénbeukige neogotische kruiskerk met een westtoren. Stilistisch gezien sloot het ontwerp aan bij de dertiende-eeuwse romanogotische baksteenkerken in de provincie Groningen (Zuidbroek, Noordbroek, Zeerijp, enzovoorts). Dit toonde aan dat Cuypers vanaf circa 1870, in plaats van de Franse dertiende-eeuwse gotiek trouw te blijven, zich meer liet inspireren door onder andere de Noord-Nederlandse gotiek. De westtoren werd geflankeerd door grotendeels ronde traptorens. Onder de noordelijke traptoren bevond zich de doopkapel. De pastorie dateerde uit 1928 en kwam in de plaats van vroegere zogenaamde armenhuisjes.

Het interieur was geheel uitgevoerd in schoonmetselwerk. De inventaris en de beglazing in het priesterkoor en zijkapellen dateerden van kort na de bouwtijd en kwamen uit het atelier van Cuypers & Stolzenberg te Roermond. De beglazing van het schip en transept (dwarsschip) werd later aangebracht (ca. 1920-1930).

In de jaren 1960 besloot de parochie de kerk te slopen in verband met de verslechterde bouwkundige staat. In 1958 werden al gebreken geconstateerd. Restauratie zou te duur zijn geweest. In het najaar van 1966 werd de kerk gesloopt. De toren viel met een lading dynamiet op 11 november. Hiermee verdween één van Cuypers' meest charmante dorpskerken. Een deel van de inventaris werd herplaatst in de nieuwe parochiekerk en in kerken elders.

De nieuwe kerk kwam op een naburige locatie te staan, temidden van een kleine dorpsuitbreiding aan de westkant. Waar de Cuyperskerk stond werd een kleine wijk met seniorenwoningen gebouwd. De voormalige pastorie staat er nog wel en doet na een grondige verbouwing in 2018 dienst als gezondheidscentrum/dokterspraktijk.

Bron: Reliwiki

Uit: Open monumenten ten zuiden van Leeuwarden 

Auteur: Henk Nota (1989)

 

De oude schuilkerk uit 1719, sinds 1853 gewijd aan Maria ten Hemelopneming, was anderhalve eeuw later in een vervallen toestand geraakt. In 1870, onder het pastoraat van Johannes von Schelve (1852-1880), startten daarom de voorbereidingen voor de bouw van een nieuwe grote kerk. De benodigde grond was geschonken door jonkheer Vegelin van Claerbergen uit Joure. Dankzij zeer grote offers van de parochianen kwam er voldoende geld beschikbaar om de vermaarde architect P.J.H. Cuypers opdracht te geven een ontwerp te maken voor een neogotische kruiskerk met een grote toren. Met de bouw werd in 1871 aangevangen en op 21 oktober 1872 kon de prachtige kerk geconsacreerd worden door Mgr. A. Schaepman, aartsbisschop van Utrecht. Vele milde gaven maakten in 1875 de aanschaf van drie klokken en een slaguurwerk voor de toren mogelijk. De klokken werden toegewijd aan paus Pius IX, Maria en Jozef, en ontvingen de inscriptie “Een offer van Wijtgaards pastoor en parochianen 1875”. In de navolgende jaren zijn door de parochianen veel goederen, zoals meubels, beelden en gebrandschilderde ramen aan de kerk geschonken.

De oude pastorie naast de inmiddels afgebroken schuilkerk werd in 1928 door pastoor W. de Groot vervangen door een grote nieuwe pastorie. Die verrees zuidelijk naast de Cuyperskerk op de plek van de in hetzelfde jaar gesloopte armenhuizen, in de volksmond “it âlde kleaster” geheten.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn de drie zware klokken door de Duitse bezetter weggehaald uit de toren en naar Duitsland getransporteerd. In 1957 heeft de parochie nieuwe klokken aangekocht.

 

De kerk raakte in deze periode danig in verval en in 1950 werd een rapport opgemaakt met een kostenberekening voor herstelwerkzaamheden. Die zijn echter nooit uitgevoerd. Pastoor H. Meekes gaf in 1960 de eerste aanzet tot plannen voor een nieuw kerkgebouw en stelde de ruime pastorie ter beschikking aan de Zusters van Liefde, die er in augustus 1961 het klooster “Mater Dei” vestigden. De plannen voor een nieuwe kerk werden door het bisdom en pastoor H. Dierkes verder uitgewerkt en op 11 oktober 1965 werd in de toen jongste dorpsuitbreiding de eerste steen gelegd. De oude Cuyperskerk, nog geen honderd jaar oud, met zijn fiere slanke toren, zijn fraaie glas-in-loodramen, kruiswegstaties en beelden moest worden afgebroken. De toren viel op 11 november 1966 door een lading dynamiet. Een zwarte dag in de geschiedenis van Wytgaard.

Veel parochianen konden zich niet met de afbraak van de monumentale neogotische kerk verenigen, temeer omdat zij helemaal geen inspraak hadden gehad. Tal van inventarisstukken, zoals de kruiswegstaties en de ramen, zijn helaas vernietigd. Enkele beelden staan thans in de rooms-katholieke kerk te Workum, de doopvont in de hervormde kerk te Stiens en de schitterende gebeeldhouwde preekstoel in een museum te Utrecht. Van de kerk zijn gelukkig vele foto’s bewaard gebleven, foto’s om te laten zien dat zoiets nooit weer mag gebeuren.

Maak jouw eigen website met JouwWeb